Door Joost van ‘t Klooster, KAW/e (eerder verschenen op Actief Bouwen.nl)
Als we de zon effectief weten te oogsten mag er weer gemorst worden.
Historisch gezien ligt er een duidelijke denkomslag op het gebied van energie op het moment van de oliecrisis in 1973. Daarvoor waren fossiele brandstoffen voldoende voorradig en dus relatief goedkoop. Het consumeren liep samen op met de steigende welvaart. Steeds minder kolenkachel, steeds meer gaskachels en koken op gas. Niemand maakte zich druk dat de energie grotendeels door wanden en daken werd gemorst. Pas op het moment dat er een kunstmatig tekort aan brandstoffen werd gecreëerd en de prijs fors steeg werd de afhankelijkheid keihard duidelijk.
Vanaf dat moment is de weg ingezet van het minderen, steeds efficiënter gebruik van onze voorraden aan fossiele brandstoffen. De tweeschalige scheiding tussen binnen en buiten deed zijn intrede: de spouwmuur waar overigens ook een comfortvraag aan ten grondslag lag. In plaats van één kachel per woning die het hele huis moest verwarmen wordt de warmte vervoerd en afgegeven op de plaats waar de warmte gevraagd wordt: centrale verwarming. Dit heeft zich de laatste jaren gestaag doorontwikkeld. Naast dubbele wanden is er ook dubbel glas gekomen, in de spouw en op daken is isolerend materiaal toegevoegd, met kitten, tochtprofielen en schuimen wordt de woning tochtvrij en het verbrandingsrendement van ketels gaat steeds verder omhoog (HR 107).
Een volgende stap is bewustwording met de introductie van de Energieprestatienorm (EPN) voor nieuwbouw en het Energielabel voor bestaande bouw. Warmteweerstand van de kruipruimte, wanden en daken nemen nog verder toe, de warmte uit ventilatielucht wordt terug gewonnen met een gestuurd binnenklimaat (WTW balansventilatie) en ook de warmte uit afvalwater wordt hergebruikt (douchewater warmteterugwinning). Deze benadering beleeft een piek met het Passivehouse concept.
Efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen werkt goed in een transitieperiode om technologische en economische ontwikkelingen te overbruggen maar is op termijn geen oplossing. Deze vorm van energie is eindig, ook als je er steeds minder van gaat gebruiken. De duurzame energietechnieken zijn nu zo ver dat we niet meer afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Als we er in slagen om de energie van de zon goed te oogsten, ontstaat de mogelijkheid om weer te morsen, echter nu op een verantwoordelijke manier. De schil is nog steeds hoogwaardig maar er is ook ruimte om lucht en licht van buiten toe te laten, gebouwen kunnen weer anticiperen op een verschil in gebruik in de vier seizoenen, de schil opent en sluit zich. De energiebron is de zon die effectief geoogst wordt. Een fris zomerbriesje door de slaapkamer, familie Vogel nestelt op het groene dak, de auto staat op te laden: gebouwen vormen een meerwaarde voor de leefomgeving.