Onlangs was ik bij een bijeenkomst, georganiseerd door de provincie Zuid-Holland, om te discussiëren over een nieuw vorm te geven klimaatakkoord. Aanvankelijk dacht ik dat dit ging over een soort provinciale invulling van ‘Parijs’, maar ik had het mis. CO2-reductie was hier niet het hoofddoel, maar het voorkomen van overlast door het onvermijdelijk veranderende klimaat. Overlast zoals ze die in Limburg pas in 2050 verwachtten, maar afgelopen maand de boel al behoorlijk op stelten heeft gezet. Overlast, met andere woorden, zoals extreme regenval in korte tijd, oververhitting in stedelijk gebied, en droogte.
Met de beelden van ondergelopen straten nog vers in mijn geheugen realiseerde ik me dat ik bij mijn woning eigenlijk helemaal geen overlast heb gehad. En dat komt niet omdat het niet heeft geregend. In mijn tuin stond nog een emmer, waar binnen een week tijd 8 cm water in stond. Met andere woorden, ook bij mij is in vijf dagen zes weken regen naar beneden gekomen. Maar geen overlast. En dat komt doordat ik rekening heb gehouden met neerslag bij het ontwerp van mijn huis en tuin.
Alle horizontale dakvlakken op mijn woning en schuur zijn voorzien van een groen dak met een waterbergende capaciteit van minimaal 35 liter per m2. Dit heeft meerdere voordelen: mijn dak is veel aangenamer om naar te kijken dan zwart bitumen of grind, en mijn dakterras wordt geen zinderende oven in de zomerzon waar je niet langer dan een paar minuten achter elkaar kan verblijven. Daarnaast krioelt het van de hommeltjes en bijtjes op mijn dak die genieten van de bloemen en planten op het dak en in de moestuinbakken die ik er heb staat, wat fijn is, want bijen kunnen wel wat steun gebruiken. Ook gaat mijn dak veel langer mee, want UV straling heeft geen verouderende invloed meer op mijn dakbedekking, en dat scheelt geld. En daarnaast geeft de gemeente Den Haag nog wat subsidie op de aanschaf van een groen dak, dus dubbele besparing.
In mijn tuin heb ik ook rekening gehouden met water van boven. Natuurlijk heb ik terrassen in mijn tuin, en ook mijn oprit is betegeld. Maar een flink deel van mijn bestrating ligt niet strak tegen elkaar, maar is steeds een halve klinker opgeschoven. Hierdoor kan ik er nog steeds overheen lopen alsof het verhard is, maar regenwater kan een stuk eenvoudiger de grond in. Ik wil hier nog gras in gaan zaaien, zodat ik een soort half groen, half verharde oprit heb straks, maar zover is het nu nog niet.
De bestrating en terrassen in mijn tuin overigens, zijn volledig circulair. Ik merkte op dat mensen in een buurt verderop hun tuin aan het herinrichten waren. Ik heb aangebeld en gevraagd of ik hun oude tuinstenen uit de container mocht halen, wat mocht. Dat scheelde hen weer kosten voor het afvoeren. Ook via marktplaats heb ik bestrating gevonden, waardoor ik nu meer dan genoeg materiaal heb om mijn tuin volledig met 100% gerecyclede stenen in te richten.
Om de klimaatbestendigheid van mijn tuin compleet te maken houd ik rekening met hoogteverschillen en begroeiing in mijn tuin. Ik wil in ieder geval met droge voeten naar mijn schuur kunnen lopen, dus naast het pad zal het aan een kant wat aflopen naar een soort kleine wadi. De grond die ik uit de wadi haal gebruik ik om op andere plaatsen mijn tuin wat op te hogen of kleine dijkjes te maken rondom de fruitbomen die ik heb geplant, zodat ik ze makkelijker water kan geven mocht dit nodig zijn. Verder probeer ik met de keus voor beplanting rekening te houden met de soort grond, zodat ik niet onnodig met meststoffen in de weer hoef.
En zo ben ik langzaam een klein paradijsje aan het maken van mijn tuin en woning. Ik heb mijn Active House ontworpen vanuit de wens om een heel goed binnenklimaat te hebben. Die wens is overtroffen. Nu binnen klaar is ben ik bezig met de buitenkant, om ook mijn buitenklimaat zo goed mogelijk onderdeel te laten zijn van mijn leefomgeving, en niet alleen iets waar ik vanuit een raam naar kijk. Laat de zomer maar komen.
Bas Hasselaar is werkzaam als Adviseur Bouwfysica & Duurzaamheid bij DGMR en te bereiken op bha@dgmr.nl.