Door Atto Harsta (eerder verschenen in Highlights van VELUX Nederland 2013)
De woonrelatie- therapie als oplossing voor energieneutraal leven. Een duurzaamheidsambitie voor een nieuw gebouw is een mooi begin. Uiteindelijk telt echter alleen het resultaat. Dat is niet het bouwwerk zelf, maar de interactie tussen gebruiker en gebouw. Als ze elkaar ‘natuurlijk’ aanvoelen is de kans op een mooie en lange (woon)relatie het grootst. Dat is echt duurzaam, heel anders dan de huidige focus op alleen het (gebouwgebonden)energieverbruik.
In ruim 70% van de gerealiseerde energiezuinige projecten is er veel ontevredenheid over het woongenot. Opvallend genoeg worden ook de energiebesparingclaims vaak niet gehaald. Blijkbaar zijn de verwachtingen heel anders dan de praktijk. De boodschap van dit blog is dan ook: meer aandacht voor de gebruiksfase. Dat kan door te leren van het verleden en projecten vaker, voor langere tijd, te evalueren. De AgentschapNL evaluatie uit april 2010 ‘Schatgraven in de bestaande bouw’ van 32 energiezuinige projecten is in dat kader ontluisterend. Iedereen met energie- & bouwambities adviseer ik dit rapport te lezen.
Kloof tussen bouwen en gebruiken
In een eerder TNO rapport las ik: ‘De energiedoelstellingen zijn niet gehaald doordat de bewoners zich niet gedroegen zoals verwacht’. En even verderop: ‘Helaas moesten er ook nog bewoners in de woning’. Dit geeft een beeld van de enorme kloof tussen wat we bouwen en hoe we iets gebruiken. Het toont ook de arrogantie en minachting van bouwpartijen voor eindgebruikers, alle aandacht voor consumentgericht bouwen ten spijt. Kern van het probleem is de focus op het bouwproces. Negen maanden bouwen is ondergeschikt aan 75 jaar gebruik, maar eist nu wel alle aandacht op.
Als industrieel ontwerper weet ik dat een gebruikersonderzoek essentieel is voor productontwikkeling. Je ziet hoe gebruikers (intuïtief) met producten omgaan. Want al zouden we een gebruiksaanwijzing bij een woning leveren, dan nog ligt die vaak ongebruikt in de meterkast. Gebruiksonderzoek is de meest leerzame fase van een productontwikkelingstraject. Bijzonder dat dit in de bouw nauwelijks wordt toegepast.
Onderzoek doen
Als je het dan niet vooraf onderzoekt is het misschien een goed alternatief om nadat je iets hebt gebouwd te onderzoeken hoe het bevalt, hoe het wordt gebruikt en of de ambities in praktijk worden gehaald. VELUX heeft samen met enkele vaste partners, in Europa, 6 Active Houses gerealiseerd. Eindelijk een ambitieus (duurzame woningbouwproject) met aandacht voor de gebruiksfase. De opgedane ervaringen is open source, de sector hoeft er enkel kennis van te nemen en te vertalen naar de eigen bouwpraktijk. Alle active houses worden een aantal jaren bewoond en gemonitord door wisselende gebruikers (elk jaar een bewonerswissel). Hoe gedraagt de gebruiker zich en wat is het resultaat op het gebruik van energie, warmte, water, e.d. De eerste resultaten van de gemonitorde Active House woningen ondersteunen mijn visie. We hebben veel meer kennis nodig over menselijk gedrag om onze klimaatdoelstellingen te realiseren.
WoonTomTom©
Als bewoners hun woning blijkbaar niet goed en niet energiezuinig kunnen gebruiken is de woonTomTom© misschien de oplossing. Alle bewoners worden standaard uitgerust met een slimme woninggebruiksplanner. Een vriendelijke damesstem geeft de bewoner aan het raam dicht te doen, de gordijnen te sluiten, de thermostaat 3 graden lager in te stellen en nu toch eindelijk maar eens naar bed te gaan. Aan het eind van het jaar geen energiekosten en volop ‘gestuurd’ woongenot. Technologisch gezien geen enkel probleem en waarschijnlijk helpt het TomTom van haar dalende beurskoers af. De vraag is of dit de oplossing is om energieneutrale woningen te realiseren. Zitten gebruikers hier op te wachten? De maakbaarheid van onze maatschappij is volgens mij sowieso aan (en voor velen reeds over) de grens van acceptatie. Oftewel; een oplossing in de lijn van ik zal die domme bewoner wel even helpen i.p.v. aan te sturen op een goed woonhuwelijk.
Woonrelatietherapeut
In dat kader wil ik ook nog even aandacht vragen voor een ander onderbelicht aspect van energieneutraal bouwen. Alle gebruikersgerelateerde energie die nu nog niet in de EPC berekeningen wordt meegenomen. In mijn en ook volgens AgentschapNL definitie van energieneutraal [2] moet alle energie voor de bouw en sloop, de bouwmaterialen en voor het gebruik van de woning op locatie worden opgewekt. Oftewel heel veel energieverbruik die nu NIET in de EPC wordt berekend. Door alle aandacht op het verlagen van het gebouwgebonden energieverbruik (verwarmen, ventileren, koelen, e.d.) middels die EPC wordt de component gebruikersgebonden energie procentueel steeds groter. Om die te verlagen is een innige relatie met en begrip van de gebruiker cruciaal. Ik meld me bij deze aan als ‘woonrelatietherapeut’ om het huwelijk tussen woning en gebruiker te redden.
Alle opdrachtgevers die nu plannen maken voor duurzame en/of energieneutrale gebouwen raad ik het volgende aan; neem een gebruikerstevredenheideis (comfort en gezondheidsprestaties) op in uw ambitie. Op die manier krijgt de duurzame woonrelatie een eerlijke kans. Bedenk daarbij ‘een thermosfles is een prachtig product’ ik wil er alleen niet in wonen.
[1] Schatgraven in de bestaande bouw, April 2010
BouwhulpGroep architecten en adviseurs. In opdracht van NL Energie en Klimaat, divisie van AgentschapNL
[2] Stevige ambities, Klare taal. PeGo 2009
Een project is energieneutraal als er op jaarbasis geen netto import van fossiele of nucleaire brandstof van buiten de systeemgrens nodig is om het gebouw op te richten, te gebruiken en af te breken. Dit betekent dat het energiegebruik binnen de projectgrens gelijk is aan de hoeveelheid duurzame energie die binnen de projectgrens wordt opgewekt of die op basis van externe maatregelen aan het project mag worden toegerekend. Het energieverbruik dat voortkomt uit de oprichting en sloop van het gebouw zullen naar een jaarlijkse bijdrage worden verrekend op basis van de verwachte levensduur van het gebouw.