Verslag van de kennissessie Active House door Bas Hasselaar (SBRCURnet) o.l.v. Leendert Meijers (NVB) tijdens de ZEN platformbijeenkomst op 22 maart – door René Didde.
Active House is een holistische visie op gebouwen. ‘Gebouwen moeten de levens van bewoners gezonder en comfortabeler maken zonder het klimaat en het milieu negatief te beïnvloeden’, zegt Bas Hasselaar van adviesbureau SBRCURnet. Tijdens een ZEN-werksessie licht Hasselaar de kernpunten van Active House toe en gaat hij in op praktische uitgangspunten bij het ontwerpen ervan.
De deelnemers aan de werksessie zitten bovenop het nieuws want Hasselaar reikt vers van de pers de ontwerprichtlijnen van Active House uit. De Nederlandse tak van deze internationale stroming werd in 2011 opgericht door producenten van bouwmaterialen als Velux en Rockwool. Niet alleen aandacht voor energie staat centraal, legt Hasselaar uit. ‘Minstens zo belangrijk zijn het welzijn van de bewoner (comfort) en milieu.’
Voor deze drie aandachtspunten zijn specificaties of prestatie-eisen te ontwikkelen door ze onder te verdelen in drie subthema’s. Zo bestaat comfort uit daglicht, thermisch klimaat en binnenluchtkwaliteit. Energie valt uiteen in de energievraag, energievoorziening en de jaarlijkse energieprestaties – thema’s die dichtbij de BENG-eisen komen. Milieu is onder te verdelen in milieubelasting, drinkwaterverbruik en duurzaam materiaalgebruik.
Daglicht en uitzicht
Alle deelfactoren zijn van belang bij het ontwerp van een Active House, betoogt Hasselaar. ‘Daglicht beïnvloedt de hormoonhuishouding en algeheel welbevinden. Kunstlicht kan dat niet kopiëren.’ Vooral licht van boven (daklicht) is belangrijk. Thermisch klimaat is niet alleen een zaak van luchttemperatuur, thermische massa en luchtvochtigheid, maar ook de invloed van zonnestraling en de kwaliteit en flexibiliteit van de gevel. ‘Bijvoorbeeld door aanwezigheid van een serre’. Ook uitzicht, zoals op een park in plaats van op een parkeerplaats is hieronder te rangschikken. Voor binnenklimaat zijn de bekende ventilatievormen van belang, waaronder vraaggestuurde ventilatie.
Voor energie geldt de trias energetica: ontwerp het huis zo dat energieverliezen door de schil beperkt blijven en installaties efficiënt zijn. De benodigde energie wordt vervolgens zoveel mogelijk op het perceel zelf opgewekt en ten derde wordt het gebruik van fossiele energie beperkt. Hasselaar: ‘Voor elk criterium gelden vier niveaus waarbij de strengste eis uit de jaarlijkse energievraag van het gebouw 150 MJ/m2 overeenkomt met 42 kWh/m2. Dat is dus ruimer dan de BENG-eis, maar het omvat ook meer, zoals de verlichting van het huis.’
Om het milieu te ontzien worden levenscyclusanalyses van de materialen gebruikt, bij een levensduur van 50 jaar. Recyclebaarheid is daarbij een must. Bouwmaterialen moeten na vijftig jaar een nieuw leven kunnen beginnen. Het waterverbruik kan worden beperkt door besparende toestellen, maar ook door bijvoorbeeld te wassen met regenwater. ‘Dat water is zachter en scheelt dus niet alleen drinkwater maar ook wasmiddel en wasverzachter’, weet Hasselaar.
De woning moet niets voorschrijven
In de tweede helft van zijn lezing gaat Bas Hasselaar in op manieren waarop de boodschap van het Active House wordt verspreid. ‘In ieder geval niet door kopers en huurders te vertellen hoe ze hun leven moeten leiden aan de hand van technologische berekeningen.’ Statements als ‘uw verbruik is te hoog’ of ‘u gebruikt uw huis verkeerd’ passen niet bij het idioom van Active House. ‘De bewoner moet wonen zoals hij/zij dat wil. De woning moet niets voorschrijven.’
Als je weet wie de bewoner is, valt er beter te ontwerpen. Er zijn wel enkele algemene stelregels, zoals autonoom ramen kunnen openen, een koele slaapkamer en een hal als temperatuur-overgang tussen buiten en binnen. Hasselaar raadt ook aan niet te veel nadruk te leggen op de besparing van geld (in een NOM-woning maakt het voor de portemonnee niet veel uit), maar op de winst van licht en comfort. Comfort is wel een lastig, wat ongrijpbaar begrip. Tocht of geluid is nog wel te snappen, maar hoe omschrijf je het gevoel dat iedereen wel eens heeft van ‘hier is het fijn’ (of niet fijn).
Vervolg
Een vervolgbijeenkomst zou aandacht kunnen besteden aan de vraag hoe Active House in hoogbouw te realiseren. En de tweede helft van de werksessies nadert het domein van de werkgroep marketing en bewonerscommunicatie: hoe krijg je leefbaarheid en comfort in de vingers en goed op de agenda. Hoe bereik je het ‘Apple’-gevoel: dit is mooi en het is gemakkelijk in het gebruik.